Moeder (63) gaat met pensioen

Het is zo ver. Moeder (63) gaat met pensioen! Jaren naar uitgekeken en vanochtend was de stand op mijn countdownApp: 1 maand, 0 dagen en een paar uur. Nog veertien keer van en naar mijn werk rijden. Nog 1540 km, 28 uur sturen en 308 minirotondes te nemen.

Ik heb er genoeg van ja. Maar . . . er zijn nog een paar leuke collega’s. Die ga ik missen denk ik. Heel stoer zeggen we dan “daar is Facebook voor uitgevonden” toch? En toch gaat dat niet gebeuren. Ja, in het begin wel natuurlijk, maar door de jaren heen heb ik al zo veel collega’s zien komen en gaan. Bij sommige flink gesnotterd en bij het afscheid “we houwen contact” geroepen. 

Maar zo werkt het niet. Twee oude collega’s spreek ik zo nu en dan nog eens. De eerste is mijn oude chef Kor. Veel aan te danken en ook altijd mee op één lijn gezeten. Niet alleen qua werk, maar ook gewoon, als mens. We wonen ver bij elkaar vandaan, we zien elkaar nooit, maar hij is toch mijn vriend. En dan heb ik nog Ina. Kor, Ina en ik. Drie zestigplussers in een grote, oude organisatie die bezig is het roer om te gooien en te verjongen. Moet ook. Is nodig in de huidige tijd. Maar daar zit je dan . . .

Oud volk er uit, nieuw volk er in. Ina werd een paar jaar geleden ziek. Gelukkig is ze beter geworden, maar uiteindelijk kon ze de flexabiliteit niet meer opbrengen om mee te gaan met de veranderende werkomstandigheden. De opgelegde mentaliteitsverandering. Ik weet nog hoe verschrikkelijk alleen ik mij toen voelde. Alleen met al die jonkies en ik dacht, dat kan ik nooit zonder Ina. En toch is dat al weer ruim drie jaar geleden.

Door een wonder kan ik stoppen met werken zonder dat ik mij in rare bochten hoef te wringen. Ik hoef geen omscholingscursussen te volgen en geen “outplacementtrajecten” Oh, jij bent zó schérp! Jij zou zo een nieuwe baan kunnen vinden zeiden ze nog tegen mij toen ik 59 was. Ja ja, nou, kom maar op met die baan, zei ik toen. Graag een beetje dichter bij huis. Dat kon volgens de loopbaancoaches ook geen probleem zijn. Toch bleek het lastig te zijn en toen ik nog even met mijn ogen had geknipperd was het opeens vier jaar later. Vier jaar zwoegen om bij te blijven. Werk doen waar niet mijn hart ligt, maar ja . . Je pensioen hè! Jarenlang gedacht dat ik in november 2015 met pensioen zou gaan, maar toen werd het opeens juni 2016!

Ja, die loopbaancoaches kunnen er goed naast zitten! Gisteren mestte ik mijn bureau uit en ik vond een stapel beoordelingen die in de afgelopen jaren over mij zijn geschreven, maar als ik het lees gaat het echt over iemand anders. Ook vond ik een brief die ik in 2002 aan de directie had geschreven. “Beste Ludo” staat er boven. Ik ben verbijsterd over die vrijheid die ik mij had veroorloofd om op die manier de hoogste persoon in de organisatie aan te spreken. Maar ach, toen was ik ook al in de vijftig en vond dat ik mij op basis van mijn leeftijd en ervaring wel wat kon permitteren. Fout! De inhoud ging er voornamelijk om, dat ik de klantgerichtheid van ons bedrijf wilde waarborgen. En om “everybody happy” te krijgen en houden, probeerde ik een lans te breken voor het thuiswerken. Ik heb nooit antwoord gekregen op die brief die overigens heel fatsoenlijk was hoor. Maar nu anno 2014 werd er vorige week meegedeeld, dat “de pilot thuiswerken” was afgerond, succesvol is gebleken en vanaf september uitgerold gaat worden. Ja ja, uit-ge-rold! Dat betekent dat collega’s niet thuis “mogen” werken, maar binnenkort thuis “moeten” werken.

Oudemensendingen

Maar hoe gaat het nu verder met mij? Val ik in een gat? Ik denk het niet. Toch sta ik met mijn mond vol tanden als er aan mij wordt gevraagd wat ik ga doen met mijn vrije tijd. Ik roep allemaal van die truttige dingen als: nou, ik heb nog een moeder van 94 dus daar ga ik vaker heen. Ik heb een bewerkelijke tuin, die ga ik mooi bijhouden, ik ga weer naaien, bridgen, golfen, lezen, regelmatig naar een concert, een museum, wandelen met de honden, een reisje zo nu en dan. En terwijl ik het zeg denk ik “hè getver, wordt dat nou mijn leven?” Dat zijn allemaal oudemensendingen. Is dat nou wat ik wil? Hoe ga ik er nou voor zorgen dat ik jong van geest en scherp blijf? Bij welke van deze bezigheden lig ik amechtig te hijgen van het lachen? Wie gaat mij die grandioze mop vertellen en sappige roddels met mij delen?

Nou, ik had zo gedacht dat u dat gaat doen. Op dit blog ga ik mijn bevindingen en ervaringen met u delen die ik als verse pensionada op mijn pad tegenkom. Mail mij als u ook in deze levensfase zit en ergens tegenaan loopt dat u wilt delen.

Tel je zegeningen zolang je nog kunt tellen! Gisteravond keek ik naar Ivo Niehe die op bezoek ging bij Charles Aznavour. Die jongen is nu 89 jaar en praat en kijkt als een . . . Tja. Dat is dus lastig. Want wat is jong? Ik ben nog steeds jong, maar dat zegt iedereen dus dat telt niet. Toen ik vijftig was, voelde ik mij nog piep en onder de vijftig heb je nog helemaal niets te vertellen. Dus ik denkt dat Charles Aznavour in zijn doen en laten overkomt als iemand onder de vijftig. En wat was zijn geheim? Gelukkig was het geen geheim, maar een open deur. Toch heb ik de moeite genomen er een notitie van op mijn bureau achter te laten. Houd je ogen en je oren open. Dat was het eerste advies en het tweede was: zorg dat je elke dag iets leert. En ik ben ook achterdochtig genoeg om heel gemeen te denken: “als die cameraploeg straks weg is, ligt hij misschien drie dagen op apegapen om bij te komen van deze inspanning”. Maar dat is vals, want daar leek het in de verste verte niet op. Ik geloof toch liever dat het mogelijk is om sprankelend oud te worden. Op Charles Aznavour kom ik later nog eens terug.

Waar het dus op neer komt is, dat met pensioen gaan, “hard werken” betekent. Tenminste, als je van plan bent om niet in sneltreinvaart stok oud te worden. Ik bedoel, zo oud, dat je er voor anderen niet meer toe doet. Afgeschreven worden, daar wil ik niet aan denken. Ik heb gelukkig een goed en levendig voorbeeld, namelijk mijn moeder. Die zorgt er wel voor dat ze er toe doet. Maar de laatste tijd denk ik er vaak over na en realiseer mij dat het niet iets is wat vanzelf gaat. Ook in deze nieuwe fase, waarin er “ogenschijnlijk” niets meer van je wordt verwacht, moet je blijven investeren in je toekomst. Ook al is die waarschijnlijk niet meer zo lang als je zou willen.