BAUKJE’S BIOGRAFIE

Scr (44)
Mijn naam is Baukje, ik ben 12 jaar oud en ik ben een hond.

En het zal niet zo heel lang meer duren of is wàs een hond want ik loop op mijn laatste pootjes. Daarom blik ik maar eens terug op mijn mooie leven.

Ik werd in het dierenasiel “De Ark” in Harderwijk geboren als telg uit een kansarm gezin. Mijn moeder was een sloerie en mijn vader? Wie het weet mag het zeggen. Maar ja, zoals het soms ook bij mensen gaat, je hebt een beetje geluk nodig in het leven en dàt heb ik zeker gehad.
Mijn bazen hadden net besloten dat er ruimte in hun leven was voor een hondje, toen ze mij op Internet vonden. Enfin, zij (bazin) meteen naar Harderwijk gevlogen om mij te scoren, en viel meteen voor mijn knappe uiterlijk (alhoewel ik een van die vrienden weleens heb horen zeggen: “mooi van lelijkheid” maar dat ging natuurlijk over een andere hond)”. Ze deed een aanbetaling van maar liefst 40 gulden en over zes weken mochten ze mij komen halen als ze de resterende 60 gulden ook nog hadden voldaan.
2002.08 Baukbij  Egbert
Ik was benieuwd, het zou wel wat kunnen worden met mij en die lui.
Dus na vijf weken (niet na zes) komt hij (baas) opeens een week te vroeg, out of the blue, op een zaterdagmorgen bij het asiel en zegt met zijn grote mond: “ik kom de hond halen”. Het meisje achter de balie vond het allang goed en vroeg of hij iets bij zich had om mij in te vervoeren. Nee, dat had hij natuurlijk niet. Later begreep ik dat hij die dag in Garderen moest zijn, en toen spontaan besloot om mij maar even van mijn moeders borst los te rukken. Dat scheelde volgende week weer een ritje! Ik werd in een kartonnen doos gezet en moest in een auto! Wist ik veel, ik begreep er niets van en werd een beetje bang en zenuwachtig. Wat er dus in die doos achterbleef toen ik eruit werd gehaald, was geen lolletje, maar het rijmt er wel op.
Ik ging in Balk wonen. Dat wàs even wennen, maar eerlijk is eerlijk, ze hadden alles goed geregeld voor mij. Alles was er. Genoeg te eten, veel speelgoed, een lekkere mand (waar ik nooit in ging) een tuin, schoenen en genoeg andere spullen om op te knagen en te vernielen. Ik werd zowat doodgeknuffeld en hoe stout ik ook was, ze werden nooit boos op mij, ik bedoel écht kwáád. Ik zou het niet gepikt hebben hoor van mijn hond, maar zij pikten alles van mij. Dus tja, toen ik wat groter werd en op de stoelen en de banken kon springen, ging ik echt helemaal nooit meer in die mand. Ben niet gek! Nee hoor, ik moest zo nodig onderdeel van het gezin worden, dussss…

Met hem heb ik uiteindelijk de meeste tijd doorgebracht. Zij werkte toen nog en met hem ging ik een paar keer per dag met de fiets boodschappen doen of naar het park. Heerlijk vond ik dat. Mijn positie was uiteindelijk zo sterk, dat ze het ook niet meer aandurfden om zonder mij met de auto weg te gaan. Een hele enkele keer zijn ze eens zonder mij op vakantie gegaan, maar ook daar hadden ze weer een uitermate goede regeling voor bedacht. Tante Els uit Duitsland. Als die kwam om op mij te passen dan had ik pas echt een VIP leventje. Dan werd ik zo vertroeteld dat het soms gênant werd. Die zei dan bijvoorbeeld tegen mij: “Baukje, kom eens even bij tante Els, ik moet even je gezicht wassen” … Ja, en toch was tante Els oké. Gek genoeg heb ik door de jaren heen met heel veel van hun familie en vrienden een mooie band opgebouwd. Ik had zeker mijn favorieten en dat liet ik ook duidelijk blijken. Kon mij het schelen als Ik daar iemand tekort mee deed. Ik heb de luxe gehad van een veilig en beschermd leven. Die lui waren er onvoorwaardelijk voor mij en zo’n veilig en vertrouwd gevoel zou ik iedereen willen toewensen. Mens en dier.
De leukste dag van de week was altijd vrijdag. Tegenwoordig is de markt een beetje te ver voor mij, maar toen ik nog over de hekken sprong, ging ik altijd met hem naar de markt. En dan kreeg ik van mijn beste vriend, de kaasboer, een lekker stukje kaas en van mijn andere beste vriend, de visboer, een stukje kibbeling. Mmmm heerlijke tijden waren dat. En overal waar we liepen hoorde ik: “hééé, daar gaat Baukje!” Ik was hier in Balk een bekende verschijning. Hij heeft nogal een harde stem, dus het was niet zo gek dat iedereen wist dat ik Baukje heette want op iedere straathoek waar ik echt maar heel even bleef snuffelen, brulde hij “BAUKJE HIER, KOM HIER BAUKJE!” Tja, anoniem was ik daarom niet, maar het had ook wel iets om een bekende Balkster te zijn. Ik heb er wel van genoten in ieder geval. Ik liet mij lekker door iedereen die daar zin in had aanhalen en liet ze denken dat ik een watje was.
Oké, eigenlijk was ik ook wel een watje want ik liet alles maar toe en moest natuurlijk constant op de foto! Ik als Kerstman, in een kinderstoel, in een draagzak, in de wasmachine . . . En leuk dat ze het vonden!
HA HA HA
Baukjeinrood

2002.09.22aahzielig

baukjan

Baukje in de kinderstoel

DCP_1159

Tja en toen kwam Brownie. Vorig jaar, een nieuwe episode in mijn leven.
Oké, ik had al met twee katten leren leven. De eerste heb ik overleefd en de tweede had ik er bijna uitgewerkt, maar die is na een lange omzwerving helaas toch weer teruggekomen. Nou ja, die lui zijn er blij om. Maar nu kwam er opeens ook nog een hond bij! Het is je nicht, zeiden ze. Ja, aan mijn hoela, nicht. Nou, het zat zo, beweerden ze, dat er een tragisch sterfgeval in de familie was geweest en die Brownie dreigde het kind van de rekening te worden. Na niet al te lang beraad en zeker niet in overleg met mij, is die Brownie dus geadopteerd. Leuk beest hoor. Was nog jong toen ze bij ons kwam, een half jaar of zo. Dus die begon weer, net zoals ik vroeger, alles te slopen. Nou, ik dacht “ ik bemoei mij er niet mee, jullie hebben die slome Spaanse Waterhond geadopteerd, jullie redden je er maar mee”.
Maar af en toe werd het toch te bont hoor. Ik heb nog eens geprobeerd een hoorapparaat van hem te redden, maar ik was te laat. Uiteindelijk zal dat wel ergens in een hoopje op een grasveldje zijn beland. Oh, en jatten en roven dat ze doet zeg! Nou, ik was brutaal in mijn jonge jaren, maar deze kan er ook wat van hoor. Maar ja, zelfde verhaal hè. In plaats dat ze haar een pak ros verkopen, smelten ze weer als ze dan met die Spaanse onschuldige waterhondenblik naar ze kijkt. Ach, ik begrijp het ook wel. Wij zijn tenslotte meesters in het ontroeren. Enfin, die Brownie heeft dus zo langzamerhand mijn taken overgenomen en palmt nu de vis-, en kaasboer in omdat ze elke vrijdag mee mag naar de markt. Tja, aan alles komt een eind.

Ik ben in de war en mijn ogen zijn niet meer je dat. Gisteravond gingen we uit en begon zij te gillen toen ik rechtstreeks de open haard in wilde lopen. Ja nou, weet ik veel. Ik ging op het licht af. Ik voelde heus wel dat het warm was hoor, maar toch was ik de weg kwijt. En vanochtend was ik zo slap dat hij mij naar beneden heeft gedragen en ik hoef niet verder meer te lopen dan de tuin. Deed ik vroeger iets in de tuin dan leverde dat nog een (mild) standje op, maar nu mag het.
Tja en verder lig ik in een mandje dat ze deze week voor mij hebben gekocht omdat op de bank springen ook iets teveel moeite kost. Maar als het even lukt, zie ik toch nog kans om mijn favoriete hoekje op de bank te bereiken en daar lekker in mijn favoriete standje een dutje te doen.

Ik ben dus een hoogbejaard hondje. Mensen van mijn leeftijd (85) zeggen dat ze mensen van een dag zijn. En dat ben ik nu ook. Een hond van een dag. Hoe lang nog? Geen idee. Op zo’n dag als vandaag heb ik het nog prima naar mijn zin. Ik lig lekker te dutten, heb mijn natje en mijn droogje, en ik houd echt te veel van die lui om nu al de pijp aan maarten te geven. Maar toch, eerlijk is eerlijk, de lol is er een beetje af.

IMG_0196